vrijdag 14 februari 2014

Mijmeringen

Gister, de laatste dag van mijn muppies cito, wist ik niet zo goed wat ik zou gaan doen.
Dus kocht ik bij de aldi en de plus een beetje proviand en wat leesvoer.
Vervolgens reed ik naar "my hometown" Bleijerheide.
Naar daar waar mijn leven begonnen is.
Ik parkeerde daar waar ooit een vierde flat stond.



De flat waartegen ik mijn eerste echte zoen ( jaja, met tong en damn het leek wel een achtbaan hihi) kreeg.
De flat waar aan de voorkant een stijle heuvel was, waar we vanaf sleeden in de winter.
Waar onze hond Rocky de kleine kindjes die op de slee zaten met slee en al naar boven trok.
Rechts voor me lag de B-flat, mijn flat.
De flat waar ik bijna 15 jaar met mijn ouders gewoond heb op de 10de etage.
Ik keek omhoog en schrok.
En kwamen kabels uit de vloeren leek het (bij navraag aan lieffie leerde ik dat dat betonrot is en het zal dan ook wel niet voor niets zijn dat de A-flat er niet meer staat) en het zag er een beetje, tsja euhm, onderkomen uit. Het bosje waar ik mijn eerste stiekeme sigaret rookte met mijn nichtje Amanda, is nu de naam bosje niet meer waardig. Struikje is toepasselijker. Het geheel deed killer, kouder aan dan vroeger.
Niet zo uitnodigend als toen.
Weg waren ook de afvalcontainers, waar ik zo lang op geoefend had om er snel tegenop te klimmen. Net zo snel als de jongens en dan van de ene naar de andere te springen.
Daar waar ik aan een vriendje vertelde dat ik voor het eerst ongesteld was geworden.
Het bungalowtje stond er wel nog en even had ik de neiging om aan te bellen.
Of om op de nummerbordjes te gaan kijken of  er nog bekenden woonden, misschien dat ik bij hun een kopje koffie zou mogen drinken. Even het gevoel van vroeger zou mogen opsnuiven.
Ik dacht nog even dat ik de vader van een vroeger vriendinnetje zag lopen, maar ik twijfelde, net zoals ik te schijterig was om te kijken of er bekenden woonden.
Herinneringen aan vroeger vlogen af en aan.
Soms zat ik hardop te lachen in de auto en even later stroomden de tranen weer over mijn wangen.
Achter me lag het kerkhof. Het kerkhof waar  "mijn" oma Janssen ligt/lag begraven. Levendig zie ik haar weer voor me, zittend aan de keukentafel met een kopje koffie, met glinsteroogjes vertellend over vroeger. Terwijl ik een lauwwarme picanto eet, die haar zoon Wiel voor me warm heeft gehouden tussen de verwarming. Plotseling mis ik haar zo erg, dat ik de auto draai en die 5 meter naar het kerkhof rij, de auto parkeer en in de stromende regen uitstap.
Ik loop het kerkhof op en zie hoeveel er veranderd is sinds mijn jeugd.
Het oogt veel leger en eigenlijk is het dat gewoon ook. Bij het nieuwe kleine paadje stuit ik op een kleine zerk met daarop een foto van mijn "ome" Arie. Ook vorig jaar overleden, net als papa en heel even waan ik me heel dicht bij pap. Ik druk een kusje op de foto van ome Arie en loop verder.
Ik loop langs alle graven en weet nog goed dat ze zo lag begraven dat haar zoon Wiel haar graf vanuit zijn raam kon zien met de verrekijker, dat was dus ook een beetje mijn oriƫntatie-punt.
Ik lees naam voor naam, sommige bekend, andere minder.
Tranen vermengd met regen stromen over mijn wangen als ik haar graf niet vind, ik heb te lang gewacht.
Het is te laat!
Toch zeg ik bij de grote eik een gebedje voor haar op, want ik ben haar niet vergeten.
Eenmaal thuis steek ik een kaarsje aan voor haar en ome Arie.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.